TRANSITIEVERGOEDING
UITZENDKRACHT, CLAIM JE GELD. NU HELEMAAL!
Tekst Ronald de Kreij Beeld Doon van de Ven, Shutterstock
‘BIJ BEËINDIGING VAN EEN CONTRACT KAN ER GEWOON AFGEREKEND WORDEN’
Goed nieuws voor uitzendkrachten. Zij kunnen nadat hun uitzendovereenkomst door de werkgever is beëindigd over een langere tijd hun transitievergoeding opeisen. In de nieuwe cao is de termijn hiervoor verlengd van drie maanden naar één jaar. Dus pak dat geld, je hebt er immers recht op!
Sinds 1 januari 2020 heeft iedereen die wordt ontslagen of wiens contract niet wordt verlengd al vanaf de eerste werkdag recht op een transitievergoeding. Ook uitzendkrachten. Maar daarmee is niet gezegd dat zij dit geld ook altijd krijgen. Sterker nog, uitzendkrachten krijgen deze vergoeding maar zelden.
De transitievergoeding is een compensatie voor het “financiële ongemak” dat iemand treft die zijn baan verliest. Het geld is onder andere bedoeld om de periode tussen ontslag of contractbeëindiging en nieuw werk of uitkering te overbruggen. De hoogte ervan bedraagt een derde maandsalaris per dienstjaar, naar rato van het dienstverband berekend. Voor iemand die maar een paar weken ergens heeft gewerkt is dit niet veel. Maar voor wie ergens langer in dienst is geweest, kan de vergoeding oplopen tot soms duizenden euro’s. Hoe dan ook: geld is geld en iedereen heeft recht op de transitievergoeding, ook al zijn het soms maar een paar euro’s.
Afgescheept met smoesjes
FNV Flex deed medio 2020 voor het eerst een onderzoek naar de uitkering van de transitievergoeding onder uitzendkrachten. Toen bleek dat 80 procent van de ondervraagden die recht hadden op een vergoeding die niet gekregen hebben. Begin 2022 herhaalde de bond dit onderzoek, en toen bleek het percentage zelfs opgelopen naar 86. Zelfs als er nadrukkelijk om de vergoeding werd gevraagd, gaven veel uitzendbureaus vaak niet thuis. Ze hielden het geld liever in eigen zak en scheepten hun uitzendkrachten af met smoesjes.
Wat mogelijk meespeelde is dat meer dan 90 procent van de uitzendkrachten niet wist – en mogelijk nog altijd niet weet – dat ze recht hebben op de transitievergoeding. In slechts 5 procent van de gevallen kregen uitzendkrachten het geld vanzelf aangeboden.
Bestuurder Karin Heynsdijk van FNV Flex spreekt in dit geval van een “piep-systeem”: ‘Zolang de uitzendkracht er niet om vraagt, dus niet piept, doen de uitzendbureaus zelf ook niets. En uitzendkrachten piepen maar zelden, want ze zitten in een afhankelijkheidsrelatie. Terwijl de transitievergoeding nota bene wettelijk geregeld is.’
Onderdeel van cao-traject
Om het tij te keren is de bond vorig jaar een campagne gestart om uitzendkrachten aan te moedigen hun recht te claimen en zich niet door de uitzendbureaus met een kluitje in het riet te laten sturen. Een tweede stap in deze campagne is gezet tijdens het jongste cao-overleg. De bond heeft de transitievergoeding onderdeel van het cao-traject gemaakt door voor te stellen om de termijn waarbinnen een uitzendkracht de vergoeding kan claimen te verlengen van drie naar twaalf maanden.
Heynsdijk legt uit: ‘Voorheen bestond het recht op de transitievergoeding pas na twee dienstjaren. Door die bepaling kwam vrijwel geen enkele uitzendkracht hiervoor in aanmerking, want formeel blijven zij nooit twee jaar aaneengesloten in dienst bij één werkgever. Met de nieuwe wettelijke bepaling dat vanaf 1 januari 2020 de transitievergoeding voor iedereen al na één dag werken geldt, komen uitzendkrachten hier wél voor in aanmerking. En het geld is er ook, want de uitzendbureaus rekenen dit door in de kosten aan hun opdrachtgevers. Maar als het op uitbetalen aankomt, geven ze maar zelden thuis. Ze houden de uitzendkracht met smoesjes aan het lijntje. Bijvoorbeeld dat het uitzendbureau dubbel moet betalen wanneer er een nieuwe arbeidsovereenkomst wordt gesloten, omdat er na afloop daarvan opnieuw recht bestaat op een transitievergoeding. Dat is niet waar, want in dat geval kan de eerdere vergoeding gewoon verrekend worden.’
Altijd om vragen
Heynsdijk adviseert uitzendkrachten om na de beëindiging van hun contract altijd direct om de transitievergoeding te vragen. ‘Doe dat in ieder geval binnen enkele maanden, want anders kan de vergoeding niet meer geclaimd worden. Althans, dan kan je in het uiterste geval niet meer terecht bij de rechter.’
Ze hoopt dat de nieuwe cao-afspraak er vooral voor zorgt dat de uitzendwerkgevers het er niet langer op aan laten komen en gewoon aan hun verplichtingen zullen gaan voldoen. ‘Als ze binnen een maand nadat het contract met een uitzendkracht is beëindigd de transitievergoeding niet uitbetalen, dan moet het bedrag verhoogd worden met de wettelijke rente. Daar zullen wij als bond de uitzendbureaus nadrukkelijk aan houden.’

Karin Heynsdijk: ‘De uitzendbureaus hanteren een piep-systeem’
NA INZET FNV WERD 2000 EURO METEEN OVERGEMAAKT
Jacqueline (60) werkte sinds 2006 als uitzendkracht. ‘Toen ik in maart 2020 ziek werd, was dat voor het uitzendbureau waar ik werkte reden om niet met mij verder te gaan. Toen ik om mijn transitievergoeding vroeg, kreeg ik te horen dat ik er geen recht op had, omdat het contract was beëindigd vanwege ziekte. Toen ik bleef aandringen, kreeg ik een mail dat ik er wel recht op had, maar dat het pas na dertien weken op mijn rekening zou staan. Dat was buiten de termijn van drie maanden waarop je toen nog aanspraak kon maken op de vergoeding. Toen ik de FNV inschakelde voor hulp, werd het geld alsnog direct overgemaakt. Het ging om 2000 euro. Gelukkig hebben uitzendkrachten nu meer tijd om hun transitievergoeding op te vragen: een jaar. Dat geeft de uitzendwerkgevers minder ruimte om hun uitzendkrachten met een smoesje af te poeieren.’
Kritisch punt
In de bepalingen rond de transitievergoeding zit nog wel één kritisch punt, zo geeft Heynsdijk aan. ‘Door de uitzendkracht een nieuw werkaanbod te doen, kan de uitzendwerkgever proberen onder zijn betalingsverplichting uit te komen. Dit aanbod mag de uitzendkracht niet weigeren, tenzij het aanbod niet gelijkwaardig is. Het moet namelijk op zijn minst gelijk zijn in uren en verdiensten. Is het aanbod voor nieuw werk slechter, dan mag dat wel geweigerd worden, zonder dat dit gevolgen heeft voor de transitievergoeding. Weigert de uitzendkracht een gelijkwaardig aanbod, dan geldt hetzelfde als voor wie zelf zijn uitzendovereenkomst beëindigt: die heeft geen recht op de transitievergoeding. Twijfel je over wat wel en niet kan en mag, neem dan contact op met de bond!’
Daarom tot slot dit advies van de FNV-bestuurder: ‘Wees vooral niet te bevreesd of te bescheiden om je transitievergoeding te claimen. Je hebt er gewoon recht op! Om je hier een handje bij te helpen, hebben we bij de bond een standaardbrief opgesteld die je naar je uitzendbureau kunt sturen om je transitievergoeding te claimen. Deze kan je opvragen door een mail te sturen naar uitzend@fnv.nl. Vermeld er wel bij dat het gaat om de standaardbrief. Maar je kunt dit mailadres natuurlijk ook gebruiken om je verhaal met ons te delen.’